Bossche oorlogspensioentjes in 1606
door Leo Adriaenssen
Tijdens het beleg van Den Bosch in 1601 werd noest gewerkt aan de versterking van de fortificaties. Daarbij viel een deel van de stadsmuur bij de Hinthamerpoort om. Een aantal pioniers en gravers kwam om het leven. Enkele jaren later vroegen enkele nabestaanden om een financiële tegemoetkoming van de magistraat:1
1. | Anna Gisberts, een weduwvrouw, verloor haar zoon Jan, die bij leven en welzijn voor haar een stock, stuen ende eenigen troost zou zijn geweest. Zij verdiende in 1606 weliswaar wat met spinnen, maar als tachtigjarige kon zij daarmee niet de kost verdienen. De stad gaf haar levenslang een pensioen van ƒ 8 per jaar. |
2. | Twee zonen verloor de weduwe van Matheus Willems bij het ongeval in 1601. Omdat zij was belast met drie kinderen, noch soo cleyn ende jonck synde, dat sy geen broot en tonnen winnen, seer armelyck, jae met broothonger is huys houdende, kreeg zij een pensioentje van jaarlijks ƒ 8. |
Negentiende-eeuwse impressie door M. Wegenaer van 's-Hertogenbosch in de volle Middeleeuwen.
| 96 |
3. | Jan Janss, een ingezeten burger en zeeldraaier van zijn stiel, verloor zijn zoon Goiart, die bij het ondergraven en instorten van de stadsmuur seer onnoselicken ende jammerlicken van lyff ter doot ende inden wal versmoort is. Jan, die tijdens het beleg een oog verloor, vroeg in 1607 om bijstand, maar onbekend is of hij werd gehonoreerd. |
4. | Heesken, weduwe van Willem Goessens, vroeg in 1607 een pensioen en hield het stadsbestuur voor hoe dat sij tot haerder ende haerder vaderlose kijnderen troest hadde opgevoet eenen soon ghenoempt Jacop (...), op hoepe te wesen den stock van haeren ouderdom. Deze was 18 jaar oud, toen hij onder de stadswal werd bedolven. |
5. | Delijken, weduwe van de houtklover Niclaes Janss, verloor haar enige zoon Henrick, die in het dagelijks leven wever in daghuur was geweest. Zij vroeg in maart 1607 om bijstand. |
6. | Neelken, de weduwe van Willem Peters, vroeg aan de stad bijstand voor het verlies van haar zoon Peter, die op 22 jarige leeftijd onder de stadswal dood was gebleven. Zij was in 1607 bijna 80 jaar oud2 en ter werelt niet hebbende dan dat zy met haere eene handt en windt (als wesende haere ander handt verleempt ende verbrandt. In een bijgevoegd attest wordt gezegd dat Neelken sinds 26 jaar3 weduwe was van de schoenlapper Willem Peeters, van wie zij vier kinderen had gehad, bij haer metten spinrock opgevoeyt, onder wie de overleden Jan (niet Peter). Behalve een verlamde hand had zij ook een toevallende siecte. |
| 96 |
Noten |
1. | Gemeentearchief 's-Hertogenbosch. Oud-stadsarchief 182, 25 september 1606 (opgeborgen onder 7 september 1606). Idem 183, 2 maart 1607; 30 oktober 1607 (opgeborgen onder 2 maart 1607). |
2. | Zij zou dan bijna 58 jaar oud zijn geweest bij de geboorte van haar zoon. |
3. | De verongelukte zoon zou dan 4 jaar nar het overlijden van zijn vader zijn geboren. |
De Brabantse Leeuw 51 (2002) 95-96